Geschiedenis 911 (1964-1973)

In 1963 word door Porsche het nieuwe model 901 geïntroduceerd. Eerstverantwoordelijke hiervoor was Ferdinand-Alexander “Butzi” Porsche III, toen nog maar 28 jaar oud. Hij kreeg de opdracht om een strakker gelijnde sportievere opvolger voor de 356 te tekenen, met ook wat meer interieurruimte. Door een bezwaar van de Franse automobielfabrikant Peugeot, die voor de Franse markt de getalvolgorde met een nul in het midden heeft geregistreerd, wordt de 901 in 1964 omgedoopt tot 911 – de “Elfer” is geboren.

De Porsche 911 kwam toen in 1964 op de markt met een 2.0 liter luchtgekoelde 6-cilinder motor die achterin was geplaatst en 130 PK leverde. Hiermee kon de 911 in 8,9 seconden optrekken van 0 tot 100 km/u. Deze nieuw ontwikkelde 6-cilinder boxermotor was nauw verwant aan de race-achtcilinder, die aan het begin van de jaren zestig werd ontwikkeld. De nieuwe constructie laat veel racemotorkenmerken zien en biedt daarmee voldoende potentieel voor verdere ontwikkeling en tuning in de komende jaren.

1966 – introductie 911S en Targa
In het jaar 1966, dus drie jaar na de première van de 911, presenteert Porsche het eerste 911S (sport) model waarbij het vermogen is tegenomen tot 160 pk. De vernieuwingen beperkten zich echter niet alleen tot meer vermogen – ook het onderstel word verder geoptimaliseerd. Als eerste Gran Turismo ter wereld beschikt de 911S over hol gegoten en inwendig geventileerde remschijven, die een duidelijk betere koeling van de schijven mogelijk maken. Karakteristiek kenmerk van de 911S zijn de 5 inch brede lichtmetalen velgen (vanaf dat moment als “Fuchs-Felgen”). Deze velgen schrijven designgeschiedenis en werd in een wat gewijzigde vorm op vele latere 911 modellen te vinden.

Naast de 911S begint Porsche in 1966 ook met de productie van een cabrioletversie van de 911 welke in 1965 op de IAA gepresenteerd werd – de 911 Targa. De naam is een hommage aan de beroemde Targa Florio straatrace op Sicilië, waar Porsche in totaal 11 keer zegevierde. Karakteristieke kenmerk van de 911 Targa is de vaste veiligheidsbeugel. Een hoge mate aan veiligheid wordt op deze wijze perfect gecombineerd met de belevenis van het open rijden. De eerste Targa type, softwindow genaamd, hadden een uitritsbaar plastic achterruit.

Omdat Porsche met de introductie van deze nieuwe 911 varianten het extra druk kreeg met de productie werd een deal gemaakt met Karmann carrosserie om de normale productie voort te zetten.

1969 – LWB vs SWB
Halverwege 1968 werd het 1969 model geïntroduceerd en in productie genomen. Hierbij word het basis model vanaf dat punt de T (touring) genaamt, en komt daarnaast een nieuwe variant welke tussen de T en de S word geplaatst. Dit nieuwe E model word daarnaast beschikbaar met een half automatische versnellingsbak welke sportomatic genoemd word. Bij de 911E en 911S worden voorzien van een Bosch CD het ontsteking systeem, en word dit jaar bijde 911S voor het eerst mechanische brandstof injectie toegepast in plaats van de carburateurs. Ook het interieur van de 911 kreeg een aantal wijzigingen zoals de nieuwe VDO klokken met witte letters op de wijzerplaten inplaats van de groene wijzerplaten. Ook kreeg de 911 binnendeur panelen met openslaande bakken. Daarnaast werden Targa modelen vanaf 1969 met een vaste glazen achterruit geleverd.

Al deze vernieuwde 911 kregen echter nog een belangrijkere update waarbij de wielbasis  met 56 mm verlengt, en probeerde men ook het gewicht achter de achteras naar beneden te brengen door het sterke alluminium carter te vervangen door een lichtgewicht magnesium carter. Deze aanpassingen werden gedaan om de wegligging van de 911 te verbeteren. De modelen welke hiervoor werden geproduceerd worden daardoor tegenwoordig naar gerefereerd als SWB (short wheel basis) modelen.

1970 /1971 – 2.2 liter
Eind 1969 komt al weer de volgende update voor het 1970 modeljaar, hierbij groeit de motor inhoud van 2.0 liter naar 2.2 liter. Daarnaast worden vanaf dat moment alle model voorzien van de voorheen alleen standaard op 911S en sportomatic modelen geleverdegeventileerde schijfremmen. Daarnaast werd voor het eerst een multi-disc limited slip differential (LSD) van ZF geïntroduceerd. In 1971 krijgen de motoren ook nog kleine olie spuiters in het carter geplaatst welke olie tegen de onderkant van de zuigers spuit ten behoeve van betere koeling van de koppen.

1972/1973 – 2.4 liter
In 1972 word de motor inhoud weer vergroot naar 2.4 liter, echter word dit niet gedaan om echt meer vermogen te krijgen maar omdat men de compressie moest verlagen ivm de benzine kwaliteit en er geen lood meer in benzine word verwerkt. Deze grotere inhoud word mede bereikt door de krukas slag van 66mm naar 70mm te vergroten en daardoor  heeft de 2.4 toch iets meer koppel en vermogen, en om dit zonder problemen te kunnen verwerken word de originele 901 versnellingsbak vervangen voor de 915 versnellingsbak. Ook krijgt de 911S een andere voorbumper met een discrete spoiler, en word de olie sump tank iets naar voren geplaatst wat resulteert in een appart olie klepje vlak achter het rechter portier. Deze 2.4 911S word door velen als het beste vroege 911 model gezien, buiten de bijna onbetaalbare 2.7 Carrera.

1972/1973 – 2.7 Carrera RS
Dit model word door velen beschouwd als de beste klassieke Porsche ooit!! Doordat de slag bij de 2.4 vergroot was werd het wel heel eenvoudig om op basis hiervan een nog snellere 911 te introduceren en door deze te combineren met grotere cilinders ontstond de 2.7 liter carrera. Oorspronkelijk was deze Carrera RS (waarbij RS staat voor Renn Sport) bedoeld voor de autosport, en hiervoor moeten een aantal homologatie modelen worden geproduceerd. De 500 stuks, die hiervoor tenminste moesten worden gebouwd, zijn reeds eind 1972 uitverkocht.

Helaas zijn deze RS moddelen nu zeer begeerlijk en zeer kostbaar door de beperkte productie van slechts 1580 originele modelen (17x RSHomologatie, 180x M471 lightweight Sport, 55x M491 2.8 RSR, restant M472 Touring), hierdoor zijn er tegenwoordig veel replica’s en reproductie.

Karakteristiek herkeningspunt bij deze RS modelen is voornamelijk de “ducktail”, en de bredere achterflanken. Bij de homologatie en sport modelen word voor het plaatwerk net als het glas dunnere materialen gebruikt, wat een flinke gewichtsbesparing oplevert. Ook is het isolatiemateriaal is weggelaten en zijn de roestvrijstalen bumpers vervangen door kunststof exemplaren. Technisch zijn naast de grotere 2.7 motor ook de remmen groter geworden.