Geschiedenis 356

De 356 werd na prototype 001 aangepast voor productie. Hierbij verhuisde de motor naar een plek achter de achteras om meer functionele ruimte in de auto te scheppen. De definitieve Porsche 356 werd vormgegeven door Erwin Komenda.

Tot 1948 werden er ca. 50 Porsche 356 met aluminium koetswerk gefabriceerd, deze auto’s genieten nu bekendheid onder de naam “Gmünd-modellen”. In 1948 verhuisde Porsche naar Stuttgart. De houtzagerij in Gmünd werd te klein. Men huurde naast de oude Porsche fabriek een ruimte en tevens extra ruimte bij het carrosseriebedrijf Reutter. De firma Reutter vervaardigde de 356 coupé koetswerken en de firma Gläser de 356 cabriolet body’s. Alle carrosserieën werden nu van staal vervaardigd.

In het voorjaar van 1949 verscheen de Porsche 356 voor het eerst op een auto tentoonstelling; de salon van Genève. De Porsche 356 zou een lange evolutie kennen. De 356 werd tussen 1948 en 1965 gebouwd in de volgende type stadia:

Gmünd modellen 1948 – 1951
de pre-A modellen 1950 – 1955
de 356 A 1955 – 1959
de 356 B 1959 – 1963
de 356 C 1963 – 1965

Daarnaast verscheen er tussen 1955 – 1965 een Carrera met vier bovenliggende nokkenassen (ontwikkeld door Hans Mezler) en werden er tussen 1954 – 1964 speciale cabriolets gebouwd zoals de America Roadster, de Speedster en de Convertible D.

De in Stuttgart vanaf begin 1950 geproduceerde automobielen waren alle reeds met lichtmetalen cilinderkoppen uitgevoerd. Al spoedig werd de boring vergroot en met lichtmetalen cilinders een cilinderinhoud van 1300 cc bereikt. Om het volume nog tot 1500 cc te kunnen vergroten, werden eerst (te dure) rollagerkrukassen, daarna normaal gesmede krukassen en drijfstangen toegepast. In 1951 werden ook enkele prototypen met mechanische benzine-in- spuiting gemaakt. De benzine inspuiting was toen echter nog te duur, om deze reeds in serie te kunnen inbouwen. In 1952 werd wel een door Porsche ontwikkelde gesynchroniseerde versnellingsbak in serieproduktie genomen, welke later door vele automobielfabrikanten in de gehele wereld (bijvoorbeeld Ferrari, Alfa Romeo, BMW) in Porsche licentie gebouwd werd. Ook in de Mercedes-Benz 300 SLR, een beroemde racewagen uit de vijftiger jaren, werkte een aandrijving met Porsche-synchronisatie.